015/63.52.70 info@argoshombeek.be

Brachycefaal Obstructief Syndroom (BOS)

Inleiding

Luchtwegobstructie bij kortsnuitigen oftewel brachycephaal (kortsnuitig) obstructief syndroom (BOS) bij de hond is een gevolg van de selectie naar een steeds kortere snuit. De schedel van deze honden is veel korter dan die van normaalsnuitige (normocephale) honden terwijl de weke delen wel normaal ontwikkelenen hierdoor in een kleinere ruimte ‘gepropt’ zitten. Dit resulteert in te nauwe ademhalingswegen. Typische rassen met dit probleem zijn de Engelse bulldog, Franse bulldog, mopshond en pekinees. De bemoeilijkte ademhaling is vooral het gevolg van te nauwe neusgaten en een te lang zacht gehemelte. Deze bemoeilijkte ademhaling zorgt voor een onderdruk (negatieve druk) in de neus en keelstreek waardoor de luchtwegen geleidelijk aan steeds nauwer en nauwer worden. BOS kan uiteindelijk leiden tot een levensgevaarlijke keelcollaps (larynxcollaps). Een vroegtijdige operatie is om deze reden aangewezen. Het brachycephaal obstructief syndroom komt ook voor bij de kortsnuitige kat (bijvoorbeeld Persische kat en Britse korthaar). In de hierop volgende tekst zal alles besproken worden uitgaande van BOS bij de hond ook al komt dit vrijwel volledig overeen met BOS bij de kat.

Een Britse korthaar met een zeer brachycefale schedel. Deze kat werd ook voor BOS geopereerd

Een Britse korthaar met een zeer brachycefale schedel. Deze kat werd ook voor BOS geopereerd

Bevindingen

Vernauwde neusgaten

Vergeleken met normaal gebouwde honden hebben de kortsnuitige rassen vaak veel te nauwe neusgaten (stenotische neusgaten). Dit maakt het voor deze honden moeilijker om door de neus te ademen (met eens snuivende ademhaling als gevolg).

Een Franse bulldog met zeer nauwe neusgaten

Een Franse bulldog met zeer nauwe neusgaten

Verlengd zacht gehemelte

Het gehemelte (bestaande uit een hard deel en een zacht deel) vormt de afscheiding van de neusholte en de mondholte/keel. Een verlengd zacht gehemelte eindigt te ver naar achteren in de keel van de hond en valt hierdoor voor de ingenang van het strottenhoofd (zie afbeeldingen). Hierdoor wordt de luchtstroom naar de longen belemmerd. Een verlengd zacht gehemelte geeft de typische snurkende ademhaling van deze honden.

 
Een dwarsdoorsnede van de ademhalingswegen van een brachycefale hond met in dit geval ook een te lang zacht gehemelte.

Een dwarsdoorsnede van de ademhalingswegen van een brachycefale hond met in dit geval ook een te lang zacht gehemelte.

 
Het zachte gehemelte bij deze hond valt te ver achter de epiglottis. Normaal gezien raken het zachte gehemelte en de epiglottis elkaar net met de puntjes aan.

Het zachte gehemelte bij deze hond valt te ver achter de epiglottis. Normaal gezien raken het zachte gehemelte en de epiglottis elkaar net met de puntjes aan.

Uitpuilende laryngeale zakjes

De laryngeale zakjes bevinden zich vlak voor de stembanden. Eversie van de laryngeale zakjes of uitpuilende laryngeale zakjes zijn het gevolg van de onderdruk veroorzaakt door de vernauwde neusgaten en een verlengd zacht gehemelte. Doordat de zakjes naar binnen toe in het strottenhoofd uitpuilen raakt het strottenhoofd meer vernauwd wat zorgt voor een nog moeilijkere ademhaling. Door tijdig de neusgaten en het zachte gehemelte te corrigeren kan het uitpuilen van de zakjes voorkomen worden.

Het zachte gehemelte bij deze hond valt te ver achter de epiglottis.


Het zachte gehemelte bij deze hond valt te ver achter de epiglottis. Normaal gezien raken het zachte gehemelte en de epiglottis elkaar net met de puntjes aan

Larynxcollaps

Door een jarenlange onderdruk in de larynx (strottenhoofd) verliest het kraakbeen zijn stevigheid en hierdoor kan de larynx plots inklappen (collaps). Dit is een levensbedreigende situatie en in dit stadium heeft een correctie van de neusgaten en het zachte gehemelte geen zin meer. In dit geval kan er een blijvende opening in de luchtpijp gemaakt worden (tracheostomie). Een larynxcollaps kan in ernstige gevallen al plaatsvinden bij honden van 2 jaar oud.

Verdere bevindingen

Bij sommige brachycephale honden zien we ook nog een onderontwikkelde (te nauwe) luchtpijp. Door de aanhoudende negatieve druk in de luchtwegen kunnen de luchtwegen zelfs ook ontstoken raken (rood, gezwollen).

Symptomen

De meest voor de hand liggende klachten zijn een luidruchtige ademhaling oftewel stridor (vooral bij inademen) en een bemoeilijkte ademhaling(dyspnee). Het is typisch dat deze symptomen in de zomer verergeren omdat honden in de zomer hun temperatuur reguleren door te hijgen. Er wordt vaak een sterk verminderd uithoudingsvermogen gezien. Sommige honden met BOS slapen op hun rug. Er wordt verondersteld dat hierdoor het zachte gehemelte wegvalt van het strottenhoofd en zo zorgt voor een verbeterde luchtstroom.

Ook braken of kokhalzen wordt regelmatig gezien bij honden met BOS omdat de onderdruk in de luchtwegen kan zorgen voor reflux van maaginhoud (met een slokdarmontsteking als gevolg). Bij de ernstigere gevallen (honden met larynxcollaps) wordt een continu pompende ademhaling gezien (open bek) met naar buiten gedraaide ellebogen en met een uitgesproken gebruik van de buikspieren. Uiteindelijk kan het zijn dat door zuurstoftekort de hond zal flauwvallen (syncope).

Diagnose

Vernauwde neusgaten kunnen gemakkelijk opgemerkt worden maar het is onmogelijk om het zachte gehemelte en het strottenhoofd te inspecteren zonder de hond te verdoven. Natuurlijk kan het horen van een luid knorrende ademhaling een verlengd zacht gehemelte al verklappen. Bij de meeste honden zal er direct een operatie gepland worden zonder voorafgaand de hond in slaap te doen om de keel te inspecteren. In sommige gevallen kan het interessant zijn om voorafgaand aan een operatie een röntgenfoto van de borstkas te maken om problemen aan de luchtpijp en longen (en eventueel ook aan het hart) uit te sluiten.

Behandeling

Zoals eerder werd vermeld is een vroegtijdige behandeling zeer belangrijk om onomkeerbare veranderingen in het strottenhoofd te voorkomen. Zo wordt er zelfs aangeraden om al op de leeftijd van 3 of 4 maanden een correctie van de neusgaten uit te voeren. Toch kan er bij honden met zeer lichte ademhalingsproblemen (en ook uit kostenoverwegingen) voor gekozen worden om geen chirurgische ingreep uit te voeren (een zogenaamde conservatieve behandeling). In dit geval zal inspanning (vooral bij warm,vochtig weer) en opwinding zo veel mogelijk vermeden moeten worden. Ook het voorkomen van overgewicht is erg belangrijk.

Medicatie

Behandeling met medicatie wordt vooral toegepast bij honden met plotse ernstige ademhalingsmoeilijkheden met als doel ze te stabiliseren om vervolgens te opereren. In dit geval zijn kalmeermiddelen, ontstekingsremmers en zuurstof belangrijk. Ook het afkoelen van de spoedpatiënt in de zomer kan levensreddend zijn. Medicamenten zullen de onderliggende luchtwegafwijkingen uiteraard niet corrigeren. Daarom blijft chirurgie de voorkeursbehandeling voor een patiënt met BOS.

Chirurgie

Correctie van de neusgaten

Zoals hiervoor vermeld kan dit al gebeuren (of wordt het zelfs aangeraden om te doen) op de leeftijd van 3 a 4 maanden. Er zijn verschillende technieken beschreven om de neusgaten wijder te maken. Meestal wordt er een wigvormig stukje uit beide neusvleugels gesneden waarna er een aantal hechtingen geplaatst worden op de neusvleugels.

 
Erg nauwe neusgaten vóór de operatie.

Erg nauwe neusgaten vóór de operatie.

 
De neusgaten van dezelfde hond na de operatie

De neusgaten van dezelfde hond na de operatie.

Inkorten van het zachte gehemelte

Het inkorten van het zachte gehemelte wordt bij voorkeur uitgevoerd bij volgroeide dieren (ongeveer 1 jaar ouderdom). Indien de neusgaten nog niet werden geopereerd kan dit tijdens dezelfde operatie plaatsvinden. Het zachte gehemelte wordt niet zomaar lukraak korter gemaakt maar dit wordt gedaan volgens een aantal vaste gegevens (ten opzichte van de tonsillen en de epiglottis). Een zacht gehemelte dat te kort werd gemaakt kan zorgen voor slikproblemen en chronische neusontstekingen. Om deze reden moet er altijd met enige voorzichtigheid worden geopereerd.

Wegnemen van de laryngeale zakjes

Er bestaat nog tegenstrijdigheid of de laryngeale zakjes weggenomen moeten worden of niet. Er wordt immers gezien dat na een correctie van de neusgaten en van het zachte gehemelte, de laryngeale zakjes weer hun oude plaats kunnen innemen.

Tracheostomie

Voor honden met een larynxcollaps wordt er een blijvende opening in de luchtpijp gemaakt zodat er via deze opening geademd kan worden. Deze honden mogen nooit meer zwemmen.

Anesthesie en recovery

Tijdens de ingreep is een belangrijke monitoring van de ademhaling en het zuurstofgehalte in het bloed belangrijk. Aangezien de honden een tube in de keel krijgen waardoor de zuurstof en de verdovingsgassen ingeademd worden is er eigenlijk geen gevaar zolang deze tube blijft zitten. Bij het wakker worden van deze patiënten na de operatie wordt er echter extra lang gewacht voordat deze tube wordt verwijderd. Soms dient de tube tijdens de operatie tijdelijk weggenomen te worden omdat dit het zicht in de keel en het strottenhoofd belemmert (zoals bij het wegnemen van de laryngeale zakjes). De patiënt wordt na de operatie zeer goed in de gaten gehouden en mag enkel naar huis wanneer blijkt dat de ademhaling erg gemakkelijk gaat. Meestal gaan deze honden dezelfde dag nog naar huis.

Prognose

Patiënten die niet geopereerd worden hebben een slechte prognose doordat de keelstreek en strottenhoofd steeds nauwer wordt. Hoe jonger de patiënten zijn op het moment van operatie en hoe milder de afwijkingen op het moment van operatie, hoe beter de prognose. Na operatie zullen de meeste patiënten duidelijk minder moeite hebben met ademen en een beter uithoudingsvermogen hebben. Ook al zal de intensiteit van het snurken na een BOS-operatie moeten verminderen, er moet niet verwacht worden dat dit volledig zal verdwijnen.