015/63.52.70 info@argoshombeek.be

Atopie

Atopie of atopische dermatitis (ook wel hooikoorts van de hond genoemd) is een aandoening waarbij de hond of kat een allergie ontwikkelt tegen bepaalde omgevingsstoffen oftewel allergenen (zoals pollen, huisstofmijt, huidschilfers van allerlei diersoorten of van de mens) wat resulteert in jeuk.

Oorzaak

Het ontstaan van de aandoening is erg ingewikkeld en nog niet volledig begrepen. Er is zeker een erfelijke factor aanwezig: nakomelingen van patiënten met atopie hebben een grotere kans om ook atopie te ontwikkelen dan nakomelingen van gezonde dieren.

Symptomen

Over het algemeen worden de eerste symptomen gezien tussen de leeftijd van 6 maanden tot 3 jaar maar atopie kan ook bij oude dieren ontstaan. Er ontstaat een jeuk die qua intensiteit erg wisselt van dier tot dier (en van tijd tot tijd). Afhankelijk van het oorzakelijk allergeen kunnen er seizoensgebonden klachten ontstaan (zoals bij allergie tegen bepaalde pollen) of jeuk die het hele jaar door aanwezig is (zoals bij allergie tegen huisstofmijt). Atopie kan bij elk hondenras en elk kattenras voorkomen maar sommige rassen zijn meer aangetast (zoals veel van de terriërs, boxers, labradors en golden retrievers).
Er wordt roodheid gezien vooral tussen de tenen, in de oren (terugkerende oorontstekingen), oksels, liezen en rond de ogen. Na verloop van tijd kan er kaalheid, verdikking en pigmentatie (zwartverkleuring) van de huid ontstaan. Bijkomend kunnen er infecties met bacteriën of gisten ontstaan. Bij een bacteriële huidontsteking kunnen er rode kleine bultjes en/of puistjes en/of korstjes gezien worden. De jeuk van de atopie kan elk jaar erger worden.

 Atopie
 Atopie


 Atopie
 Atopie

Diagnose

Een (waarschijnlijkheids)diagnose van atopie wordt gesteld afgegaan op de klachten en na uitsluiting van andere oorzaken van jeuk (zoals vlooienallergie, schilfermijt, contactallergie, huidontstekingen door bacteriën en gisten, enz.). Soms kan ervoor gekozen worden om een voedselallergie uit te sluiten met behulp van een voedseltest met een hypoallergeen dieet (8 tot 12 wekens strikt deze voeding en niks anders). Er kan ook een bloedonderzoek gedaan worden om na te gaan aan welke zaken de patiënt allergisch is maar met deze bloedonderzoeken komen veel vals positieve resultaten voor (wat wil zeggen dat dieren zonder atopie bloedwaarden kunnen hebben die lijken op die van een atopische patiënt). Een alternatief voor deze bloedtesten is een huidtest waarbij de patiënt in de huid een serie injecties krijgt met allergenen waarna de reactie van de huid rond deze injectieplaatsen wordt beoordeeld.

Behandeling

Voorkomen dat de patiënt in contact komt met het allergeen is vrijwel onmogelijk. Atopie wordt vaak behandeld met cortisone. Er wordt best een afbouwend schema opgesteld. Sommige honden zijn na een kuur van bijvoorbeeld enkele weken volledig jeukvrij en kunnen dan weer een tijd zonder cortisone (vooral de honden die enkel in bepaalde seizoenen jeuk hebben). Sommige honden hebben levenslang een lage dosis cortisone nodig om jeukvrij te blijven. Er moet dan gezocht worden naar een dosis waarbij er zo min mogelijk bijwerkingen van de cortisone optreden en waarbij de jeuk zo veel mogelijk wordt onderdrukt. Cortisone heeft onder andere de volgende bijwerkingen: veel drinken, veel plassen, meer eten, meer hijgen en indien het een langere termijn gegeven heeft nog andere zaken. Als de patiënt maar op een paar plekjes jeuk heeft kan er gekozen worden voor een cortisonespray die enkel in de huid actief is en dus geen bijwerkingen veroorzaakt zoals pillen of injecties.

Als er door een bloedtest of huidtest is nagegaan waar de patiënt allergisch aan is, kan er een desensibilisatie geprobeerd worden. Bij desensibilisatie wordt de patiënt met regelmaat ingespoten met het allergeen waar hij allergisch aan is, in de hoop dat het immuunsysteem ‘gewend’ raakt aan het allergeen en er niet meer allergisch op zal reageren. Soms duurt het 6 maanden of zelfs langer voordat de jeuk vermindert. Desensibilisatie lijkt bij iets meer dan de helft van de patiënten effect te hebben maar veel patiënten hebben toch nog een bijkomende behandeling nodig (bijvoorbeeld toch nog altijd cortisone of antihistaminica).

Bij een atopische patiënt is het belangrijk om elke andere oorzaak van jeuk mee te behandelen (zoals een goede behandeling tegen vlooien en huidontstekingen door bacteriën en gisten).

Nog een alternatief voor de behandeling met cortisone is behandelen met cyclosporine A. Dit is vergeleken met cortisone een duur medicament maar heeft veel minder bijwerkingen dan cortisone.

Een ondersteunende behandeling met een speciaal voer (o.a. met veel onverzadigde vetzuren) dat zorgt voor een gezonde huid kan ook een gunstig effect hebben bij atopische patiënten (hierdoor kan bijvoorbeeld de dosis cortisone lager gehouden worden). Het komt er dus op neer dat er voor elke patiënt apart naar een gepaste behandeling gezocht zal moeten worden en wanneer nodig bijgestuurd moet worden.