Castratie van de kater

Katers worden rond de leeftijd van 6 maanden geslachtsrijp. Vanaf dan zullen katers hun territorium beginnen te markeren door te sproeien (urine sproeien tegen verticale objecten). Vanaf deze leeftijd krijgt de urine van katers ook de typische katergeur. Geslachtsrijpe katers gaan meer zwerven (en kunnen zo dagen weg zijn van huis), zorgen voor ongewenste nestjes, en door hun territoriaal gedrag zullen ze vaker in conflict gaan met andere katers met alle gevolgen van dien (vechtwonden, overdracht van kattenaids (FIV) en kattenleucose (FeLV) ).
Door de kater te castreren wordt dit territoriaal gedrag voor een groot deel afgeremd en indien de kater tijdig gecastreerd is zal het sproeien ook vrijwel zeker wegblijven. Hoe ouder de kater is en hoe langer hij al sproeit hoe kleiner de kans dat het sproeien zal stoppen na castratie.

Let op het gewicht na de castratie!

Na de castratie moet er op gelet worden dat de kater niet verdikt. Over het algemeen zal een gecastreerde kater zal namelijk meer willen eten terwijl de voedingsbehoefte juist kleiner is. Het is daarom aangeraden om de kater na de castratie voeding te geven speciaal voor gecastreerde katers (met een lager energiegehalte). Deze voeding (van Royal Canin) kan u bij ons verkrijgen.

Hoe gaat het in zijn werk?

Een castratie gebeurt op afspraak. De kater dient nuchter te zijn op het moment dat de castratie plaatsvindt. Meestal zal de castratie bij ons ’s morgens ingepland worden. De avond voordien mag de kater nog eten, daarna neemt u het etensbakje weg. Het drinkbakje mag blijven staan. De kater mag dezelfde middag of avond (wat voor u het beste past) weer naar huis. Bij ons krijgt de kater een ontstekingsremmer (werkt ook pijnstillend) en antibiotica. U hoeft nadien zelf geen medicatie meer te geven.